Onder het Verdrag van Sevres in 1920 had Griekenland Smyrna gekregen, en in 1922 probeerde het Griekse leger zich een weg naar de Egeïsche kust te duwen. De Turken hadden echter een leider gevonden in Mustafa Kemal {Kemal Atatürk} zonder rekening te houden met verdragen en een toegewijde haat tegen de Grieken. Hij reed hun leger terug in Smyrna en deed toen wat elke Turkse leider zou hebben gedaan: hen afgebroken.
(Under the treaty of Sevres in 1920 Greece had been given Smyrna, and by 1922 the Greek army was trying to push its way up the Aegean coast. The Turks, however, had found a leader in Mustafa Kemal {Kemal Atatürk} with no regard for treaties and a committed hatred of the Greeks. He drove their army back into Smyrna, and then did what any Turkish leader would have done: massacred them.)
In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog verleende het verdrag van Sevres de Griekenland controle over Smyrna, wat de Griekse ambities langs de Egeïsche kust aanspoorde. Het Turkse verzet werd echter sterk onder leiding van Mustafa Kemal, later bekend als Kemal Atatürk, die vastbesloten was zich te verzetten tegen het Griekse expansionisme, waarbij de voorwaarden van het verdrag worden genegeerd.
Naarmate het Griekse leger zich voortschreed, leidde Atatürk een fel tegenoffensief, waardoor ze uiteindelijk terug naar Smyrna werden gedwongen. Zijn acties culmineerden in een brutaal bloedbad van Griekse troepen, die een breder historisch patroon van etnisch geweld weerspiegelen tijdens deze tumultueuze periode, terwijl Turkse leiders beslissende en meedogenloze maatregelen namen tegen hun tegenstanders.