We zijn een nazi-monster geworden in de ogen van de hele wereldbullies en klootzakken die liever doden dan vreedzaam leven. We zijn niet alleen hoeren voor macht en olie, maar moordende hoeren met haat en angst in ons hart.
(We have become a Nazi monster in the eyes of the whole world-bullies and bastards who would rather kill than live peacefully. We are not just Whores for power and oil, but killer whores with hate and fear in our hearts.)
In zijn boek 'Kingdom of Fear' drukt Hunter S. Thompson een diep gevoel van desillusie uit met de Verenigde Staten, die het afbeeldt als een angstaanjagende aanwezigheid op het wereldtoneel. Hij illustreert een perceptie van Amerika als een pestkop, die zich bezighoudt met geweld in plaats van te streven naar vrede. Deze karakterisering suggereert een morele degradatie, waarbij het land wordt gezien als prioriteit geven aan macht en olie boven ethische principes.
Thompson bekritiseert verder de emotionele toestand die dit gedrag drijft en verwijst ernaar als geworteld in haat en angst. Zijn provocerende taal suggereert dat de Amerikaanse zoektocht naar dominantie het heeft getransformeerd in een monsterlijke entiteit, zijn vroegere idealen overschaduwd en een verontrustend beeld creëert van de natie die verder gaat dan alleen geopolitieke manoeuvreren.