We zijn blinde mollen. Kruipen door de grond, voelend met onze snoots. We weten niets. Ik heb dit waargenomen. . . Nu weet ik niet waar ik heen moet. Gier van angst, alleen van angst. Ren weg.
(We're blind moles. Creeping through the soil, feeling with our snoots. We know nothing. I perceived this . . . now I don't know where to go. Screech with fear, only. Run away.)
In Philip K. Dick's "The Man in the High Castle" worstelen de personages met de onzekerheid van hun bestaan, en vergelijken zichzelf met blinde mollen die door duisternis navigeren. Deze metafoor benadrukt hun gebrek aan begrip van de wereld om hen heen en de verwarring die voortkomt uit het leven in een veranderde realiteit.
Het citaat suggereert een diep gevoel van angst en desoriëntatie terwijl de personages hun beperkingen en de overweldigende complexiteit van hun omgeving confronteren. Terwijl ze hun onwetendheid realiseren, blijven ze achter met een primair instinct om te vluchten en de nadruk op de strijd om te overleven in een wereld die net zo onderdrukkend is als onduidelijk.