Nou, ik liet hem in mijn kamer achter zodat mijn moeder hem niet zou zien. Omdat je haar niet had overtuigd om je hem nog te laten houden, zei Mark redelijk. Heb je de katten verlaten om hem gezelschap te houden? Ja, zei Augusta. En zijn ze beste vrienden geworden? Vroeg Maripat en voelde graag het einde van het verhaal. Nee, zei Augusta, wetende dat ze te diep was. Hij at ze.
(Well, I left him in my room so my mother wouldn't see him. 'Cause you hadn't convinced her to let you keep him yet, Mark said reasonably. Did you leave the cats to keep him company? Yes, Augusta said. And did they become best friends? Maripat asked, happily sensing the end of the story. No, Augusta said, knowing she was in too deep. He ate them.)
In het verhaal geeft Augusta toe een wezen in haar kamer achter te laten om het voor haar moeder te verbergen, wat aangeeft dat ze haar moeder nog niet had overtuigd om haar toe te staan het huisdier te behouden. Markeren vragen of Augusta haar katten heeft achtergelaten bij het wezen voor gezelschap, waarop ze bevestigend reageert, wijst op een naderende wending in het verhaal.
Terwijl het gesprek zich ontvouwt, anticipeert Maripat gretig op een hartverwarmende conclusie, misschien een vriendschap tussen het huisdier en de katten. Augusta onthult echter een schokkende waarheid: in plaats van vrienden te worden, at het wezen uiteindelijk de katten op, wat duidt op een donkere wending in het verhaal en de anderen verbluft door haar openbaring.