In het boek "Firefly Beach" van Luanne Rice ontvouwt zich een gesprek tussen Maripat en Augusta over een personage genaamd Tiny. Maripat vraagt naar klein en onthult een gevoel van genegenheid en gehechtheid aan het wezen. Augusta legt uit dat ze Tiny in haar kamer heeft achtergelaten om te voorkomen dat ze haar moeder van streek maakte, die nog niet overtuigd was om haar toe te staan hem te houden. Deze toelating benadrukt de voortdurende strijd tussen de verlangens van een kind en de ouderlijke autoriteit.
De dialoog neemt een verrassende wending wanneer Maripat vraagt of klein en de katten vrienden werden, alleen voor Augusta om de waarheid te bekennen - dat Tiny uiteindelijk de katten opeten. Deze donkere wending voegt een onverwachte laag van complexiteit toe aan het verhaal, ter illustratie van de uitdagingen van onschuld bij kinderen en de soms harde realiteiten die daarbij horen. Het gesprek legt een moment van luchthartigheid vast dat snel verschuift naar een serieuzere toon, wat de onvoorspelbare aard van opgroeien weerspiegelt.