Waar herinneren de vissen je aan? Andere vissen. En waar herinneren de andere vissen je aan? Andere vissen. Majoor Sanderson leunde teleurgesteld terug. Hou je van vis? Niet bijzonder.
(What does the fish remind you of? Other fish. And what do the other fish remind you of? Other fish. Major Sanderson sat back disappointedly. Do you like fish? Not especially.)
In de roman "Catch-22" van Joseph Heller converseert majoor Sanderson op een nogal ontmoedigende manier over vissen. Op de vraag waar een bepaalde vis hem aan herinnert, kan hij alleen aan andere vissen denken, wat leidt tot een cyclus van denken die steeds onvervulder wordt. Deze circulaire logica benadrukt de absurditeit die zijn ervaringen doordringt en laat zien hoe repetitief en alledaags zijn interacties zijn geworden.
Sanderson's onverschilligheid tegenover vissen weerspiegelt een diepere ontevredenheid over het leven. Zijn erkenning van het niet bijzonder leuk vinden van vissen onderstreept het thema van ontkoppeling en de zoektocht naar betekenis in een absurde wereld. Het gesprek dient als een metafoor voor zijn beknelling in bureaucratische en repetitieve systemen en weerspiegelt de bredere worstelingen waarmee de personages in "Catch-22" worden geconfronteerd.