In de passage uit Epictetus 'The Discourses' roept de auteur tot nadenken stemmende vragen op over de aard van bewondering. Hij daagt lezers uit om na te denken over wie ze goedkeuring zoeken en het karakter van die individuen te onderzoeken. Het onderzoek dwingt een confrontatie met het idee dat degenen die vaak als "gek" of irrationeel worden geëtiketteerd, misschien niet de meest bewonderenswaardige of wenselijke stemmen zijn om in acht te staan.
Epictetus benadrukt een belangrijk filosofisch dilemma: het conflict tussen maatschappelijke percepties en persoonlijke waarden. Door het verlangen naar bewondering van degenen die hij als gek beschouwt in twijfel te trekken, moedigt hij een dieper begrip van iemands waarden aan en spoort individuen aan om respect te zoeken uit wijze, deugdzame bronnen in plaats van van degenen die een goed oordeel missen.