In "Catch-22", de protagonist, Yossarian, worstelt met intense overlevingsangst, die een breder thema weerspiegelt van existentiële angst waarmee soldaten in oorlogstijd worden geconfronteerd. Deze angst wordt verergerd door zijn minachting voor personen die onverdraagzaamheid, pesten, snobisme of hypocrisie vertonen. Deze eigenschappen worden vaak gezien als bedreigingen voor zijn waarden en welzijn en onthullen een diepgeworteld conflict in hem terwijl hij de chaos om hem heen navigeert.
De dialoog illustreert de bewuste erkenning van Yossarian van zijn gevoelens, onderscheid tussen onderbewuste en bewuste emoties. Hij geeft openlijk toe dat hij degenen haatte die hij als moreel verwerpelijk beschouwt, en benadrukt zijn interne strijd en de mentale tol van oorlogservaringen. Deze erkenning onderstreept de lasten van angst en wrok die hij draagt en vormt zijn perspectief op de mensheid te midden van de absurditeit van oorlog.