Het citaat van Joseph Heller's "Catch-22" benadrukt het contrast tussen het morele klassement van twee individuen. Het ene personage wordt afgeschilderd als intelligent en bezit sterke moraal, nadat hij een gewaagde houding heeft ingenomen, terwijl het andere, ondanks dat het ook intelligent is, morele integriteit mist. Deze dynamiek creëert een interessante spanning terwijl het tweede personage hun eigen tekortkomingen erkent en de moed van de eerste bewondert.
Deze juxtapositie benadrukt thema's van ethiek en lafheid, waarin wordt getoond hoe individuen vergelijkbare intelligentie kunnen bezitten maar aanzienlijk in karakter kunnen verschillen. De waardering die wordt uitgedrukt door het moreel twijfelachtige karakter betekent een erkenning van moed, wat suggereert dat het begrijpen van de waarde van moraliteit zelfs kan voortkomen uit degenen die het zelf niet belichamen.