Jij was degene die ons bedreigde met een inquisiteur,' bracht de bisschop hem in herinnering. Met een glimlach. De glimlach van de Spreker was net zo kil. 'En jij bent degene die de mensen vertelde dat ik Satan was en dat ze niet met mij mochten praten.
(You were the one who threatened us with an Inquisitor," the Bishop reminded him. With a smile.The Speaker's smile was just as chilly. "And you're the one who told the people I was Satan and they shouldn't talk to me.)
Het gesprek tussen de bisschop en de voorzitter onthult een spanning die geworteld is in hun tegenstrijdige rollen binnen de gemeenschap. De bisschop beschuldigt de voorzitter van bedreigingen in verband met een inquisiteur, waarbij hij de nadruk legt op de machtsdynamiek die een rol speelt. De herinnering van de bisschop onderstreept hoe hij zijn positie als een positie van autoriteit ziet, maar plaatst hem toch in een ongemakkelijk daglicht.
Als reactie hierop onderstreept de koude glimlach van de Spreker dat hij zich bewust is van de acties van de bisschop die hem als een kwaadaardige figuur afschilderden. Deze uitwisseling illustreert de complexiteit van hun relatie en de misverstanden die voortkomen uit hun verschillende perspectieven, waarbij elk zich gerechtvaardigd voelt in zijn eigen gedrag binnen het morele landschap van de gemeenschap.