De hoofdrolspeler worstelt met gevoelens van hartzeer en schrijft deze emotionele onrust toe aan grotere culturele kwesties in plaats van persoonlijke omstandigheden. Hij merkt dat hij worstelt met het verlangen om zijn pijn te verbinden met maatschappelijke mislukkingen, vooral in een economische context, als een middel om zijn lijden te rationaliseren.
onder deze redenering ligt echter een meer persoonlijke waarheid; De pijn komt voort uit een giftige relatie in plaats van externe factoren. Zijn erkenning van het kwetsende gedrag van de vrouw onthult een strijd tussen het zoeken naar bredere verklaringen voor zijn hartzeer en het geconfronteerd met de ongemakkelijke realiteit van zijn eigen levenservaringen.