De hoofdrolspeler ervaart een diepgaand gevoel van wanorde in zijn leven, het gevoel dat alles wat hij ooit begreep, om hem heen is afgebrokkeld. Deze overweldigende sensatie van fragmentatie laat hem zich kwetsbaar en wanhopig voelen, terwijl hij worstelt om zijn greep op de realiteit te handhaven te midden van de chaos.
Naast deze onrust worstelt hij ook met intense woede en een verlangen naar vernietiging. De kruising van zijn interne desintegratie en woede dwingt hem om een uitlaatklep te zoeken, en benadrukt de emotionele onrust en conflicten die zijn huidige staat van zijn definiëren.