Ben ik racistisch verwant aan deze man? Baynes vroeg zich af. Zo nauwkeurig dat het voor alle doeleinden hetzelfde is? Dan is het ook in mij, de psychotische streep. Een psychotische wereld waarin we leven. De waanden zijn aan de macht. Hoe lang wisten we dit al? Hiermee geconfronteerd? En hoe velen van ons het wel weten?
(Am I racially kin to this man? Baynes wondered. So closely so that for all intents and purposes it is the same? Then it is in me, too, the psychotic streak. A psychotic world we live in. The madmen are in power. How long have we known this? Faced this? And-how many of us do know it?)
In Philip K. Dick's "The Man in the High Castle", reflecteert de hoofdrolspeler, Baynes, op de verontrustende realisatie van zijn potentiële connectie met een ander individu. Deze contemplatie doet hem zich afvragen of gedeelde raciale verwantschap een gedeelde psychotische aard impliceert, wat suggereert dat de waanzin binnen de samenleving ook in hem zou kunnen verblijven. Hij worstelt met het idee dat de wereld gevuld is met chaos en irrationaliteit, veroorzaakt door mensen in gezagsposities, waardoor een gevoel van onrust over de menselijke natuur roeit.
'Baynes' interne strijd onthult een dieper commentaar op de precaireheid van gezond verstand in een wereld geregeerd door 'Madmen'. Zijn onderzoek naar hoeveel mensen deze verontrustende realiteit erkennen, impliceert een collectieve ontkenning of onwetendheid onder de samenleving. Deze filosofische verkenning nodigt lezers uit om na te denken over de impact van machtsdynamiek en conformiteit op de geestelijke gezondheid, evenals het potentieel voor gedeelde psychologische eigenschappen bij individuen gevormd door vergelijkbare omgevingen of ervaringen.