In Philip K. Dick's "The Man in the High Castle", reflecteert de hoofdrolspeler, Baynes, op de verontrustende realisatie van zijn potentiële connectie met een ander individu. Deze contemplatie doet hem zich afvragen of gedeelde raciale verwantschap een gedeelde psychotische aard impliceert, wat suggereert dat de waanzin binnen de samenleving ook in hem zou kunnen verblijven. Hij worstelt met het idee dat de wereld gevuld is met chaos en irrationaliteit, veroorzaakt door mensen in gezagsposities, waardoor een gevoel van onrust over de menselijke natuur roeit.
'Baynes' interne strijd onthult een dieper commentaar op de precaireheid van gezond verstand in een wereld geregeerd door 'Madmen'. Zijn onderzoek naar hoeveel mensen deze verontrustende realiteit erkennen, impliceert een collectieve ontkenning of onwetendheid onder de samenleving. Deze filosofische verkenning nodigt lezers uit om na te denken over de impact van machtsdynamiek en conformiteit op de geestelijke gezondheid, evenals het potentieel voor gedeelde psychologische eigenschappen bij individuen gevormd door vergelijkbare omgevingen of ervaringen.