In "The Return of the King" observeert een personage een diepgaande vriendelijkheid in de ogen van een krijger, die een diepe emotionele verbinding benadrukt. Ondanks de tederheid die ze ziet, onthullen haar ervaringen onder door de strijd geharde mannen dat deze krijger ongeëvenaarde gevechtsvaardigheden bezit. Deze dualiteit benadrukt de complexe aard van krijgers, die zowel kracht als kwetsbaarheid kunnen belichamen.
De passage onderstreept de thema's van moed en mededogen in het werk van Tolkien. Het illustreert dat ware kracht in de strijd naast diepe emotionele inzichten kan bestaan, waardoor een gelaagd personage wordt onthuld dat niet alleen respecteert voor hun vechtkapitaat, maar ook voor hun vermogen om diep te zorgen.