In "The Cat Inside" reflecteert William S. Burroughs op het tijdloze gedrag van katten, met name hun rustige routine van verzorging na het eten. Dit ritueel is door generaties doorgegeven en illustreert een diepe verbinding met hun instincten. Katten lijken te gedijen op een evenwicht tussen onafhankelijkheid en domesticatie, en benadrukken hun praktische aard en voorkeur om mensen hun maaltijden te laten leveren.
Burroughs suggereert verder dat er een historische divergentie is tussen kweekjes; Sommigen omarmden domesticatie, terwijl anderen hun wildheid handhaafden. Deze observatie onthult de complexiteit van katten als zowel metgezellen als onafhankelijke wezens gevormd door hun evolutionaire reis met mensen.