Jongens, mannen, "zei ze." Ze zijn allemaal hetzelfde. Ze denken dat dit ding iets speciaals is en dat ze er allemaal zo trots op zijn. Ze weten niet hoe belachelijk het is.
(Boys, men," she said. "They're all the same. They think that this thing is something special and they're all so proud of it. They do not know how ridiculous it is.)
Het citaat weerspiegelt het perspectief van een vrouw op jongens en mannen en uitte haar overtuiging dat ze een gemeenschappelijk gezichtspunt delen over hun mannelijkheid. Ze impliceert dat ze een opgeblazen gevoel van trots hebben op hun identiteit en prestaties, die ze amusant misleidt.
Deze observatie benadrukt een breder commentaar op genderdynamiek, waarbij ze mannen beschouwt als gebrek aan zelfbewustzijn. Ondanks hun zelfvertrouwen suggereert ze dat hun houding naïef of dwaas...