Maar wat is aanbidding? - om de wil van God te doen - dat is aanbidding. En wat is de wil van God? - Om mijn medemens aan te doen wat ik mijn medemens zou hebben om me aan te doen - dat is de wil van God. Nu is Queequeg mijn medemens.
(But what is worship? - to do the will of God - that is worship. And what is the will of God? - to do to my fellow man what I would have my fellow man to do to me - that is the will of God. Now, Queequeg is my fellow man.)
In Herman Melville's "Moby-Dick" wordt het concept van aanbidding op een diepgaande manier onderzocht. De tekst suggereert dat ware aanbidding inhoudt dat de wil van God wordt vervuld, wat fundamenteel gaat over het behandelen van anderen als men wil worden behandeld. Deze morele imperatief benadrukt het belang van empathie en wederzijds respect binnen menselijke relaties.
Het karakter queequeg vertegenwoordigt het idee dat elke persoon onze medemens is. Het verhaal benadrukt de verbinding en de gedeelde mensheid en duwt lezers erkennen dat handelen met vriendelijkheid en mededogen jegens anderen niet alleen een morele plicht is, maar een vorm van aanbidding zelf, gebaseerd op begrip en liefde voor elkaar.
