Katten waren vaak bekend bij magische werkers, omdat het voor iedereen die gewend was te worstelen met eigenzinnige, eigenzinnige, sluwe magie (wat alle magie was) nogal rustgevend was om al diezelfde kwaliteiten verpakt te hebben in een kleine, harige, over het algemeen aantrekkelijke bundel die... als hij in een goed humeur was, op je knie zou kunnen zitten en spinnen. Magie zat nooit op iemands knie en spinde.
(Cats were often familiars to workers of magic because to anyone used to wrestling with self-willed, wayward, devious magic--which was what all magic was--it was rather soothing to have all the same qualities wrapped up in a small, furry, generally attractive bundle that...might, if it were in a good mood, sit on your knee and purr. Magic never sat on anybody's knee and purred.)
Het citaat benadrukt het verband tussen katten en magie, wat suggereert dat beide onvoorspelbare en wispelturige eigenschappen bezitten. Voor degenen die magische praktijken beoefenen, kan het geruststellend zijn om een kat als metgezel te hebben. Katten zorgen met hun charmante houding en aanhankelijke gewoonten voor een gevoel van gezelschap dat vaak ontbreekt in het chaotische rijk van magie. In tegenstelling tot de vaak tumultueuze aard van magie, biedt het spinnen van een kat een rustgevende aanwezigheid die de geest tot rust kan brengen.
Deze relatie houdt in dat het comfort dat voortkomt uit het gezelschap van een kat een basis kan zijn voor degenen die met de onvoorspelbare krachten van magie werken. Hoewel magie een uitdaging kan zijn en aanzienlijke vaardigheden vereist, roept de simpele handeling van een kat die opgerold op schoot zit, warme gevoelens en een gevoel van vrede op, waardoor de complexiteit van een leven vol magie in evenwicht wordt gebracht.
