Vee stond vaak 's nachts langs de weg en stapte onverwacht op de weg om voertuigen te naderen. Dit gedrag leek bijna nieuwsgierig, alsof de dieren geïntrigeerd waren door de heldere koplampen. Hun acties kunnen zijn gemotiveerd door verschillende interpretaties, denkend dat de lichten voedsel, warmte of misschien niets in het bijzonder vertegenwoordigden. Een dergelijke nieuwsgierigheid is niet beperkt tot dieren; Het kan ook van toepassing zijn op mensen, waarbij het onvoorspelbare karakter van zowel vee als mensen wordt benadrukt.
De analogie trekt een parallel tussen de spontane acties van vee en menselijk gedrag, wat suggereert dat mensen, net als het vee, soms zonder duidelijke reden of doel kunnen handelen. Deze reflectie onderstreept het idee dat nieuwsgierigheid een fundamentele eigenschap is in levende wezens, of ze nu vee of mensen zijn, en het mysterie van het begrijpen van hun motivaties blijft een gedeelde eigenschap tussen soorten.