Hij boog zich voorover. Nu. Mijn beurt. Kijk, als je zegt dat de wetenschap uiteindelijk zal bewijzen dat er geen God is, moet ik verschillen. Hoe klein ze het ook meenemen, naar een kikkervisje, naar een atoom, er is altijd iets dat ze niet kunnen verklaren, iets dat alles aan het einde van die zoekopdracht heeft gemaakt. En hoe ver ze ook proberen naar de andere kant op te gaan --- om het leven te verlengen, te spelen met de genen, kloon dit, klonen dat, leef tot honderdvijftig --- op een gegeven moment is het leven voorbij. En wat gebeurt er dan? Als het leven eindigt? Ik haalde zijn schouders op. Zie je? Hij leunde achterover. Hij glimlachte. Als je aan het einde komt, is dat waar God begint.
(He leaned in. Now. My turn. Look, if you say that science will eventually prove there is no God, on that I must differ. No matter how small they take it back, to a tadpole, to an atom, there is always something they can't explain, something that created it all at the end of that search. And no matter how far they try to go to the other way---to extend life, play around with the genes, clone this, clone that, live to one hundred and fifty---at some point, life is over. And then what happens? When life comes to an end? I shrugged. You see? He leaned back. He smiled. When you come to the end, that's where God begins.)
De spreker geeft een vaste overtuiging uit dat de wetenschap het bestaan van God nooit volledig zal weerleggen. Hij beweert dat het niet uitmaakt hoe Deep Science onderzoekt, of het nu gaat om de kleinste deeltjes of door vooruitgang in genetica en levensuitbreiding, er altijd onbeantwoorde vragen zullen zijn. De spreker wijst erop dat, ongeacht de wetenschappelijke vooruitgang, elk leven onvermijdelijk een einde bereikt, wat leidt tot existentiële onderzoeken die alleen...