Ik zie in hem schandelijke kracht, met een ondoorgrondelijke kwaadwilligheid die het pecht. Dat ondoorgrondelijke ding is vooral wat ik haat; En wees de witte walvisagent, of wees de witte walvishoofd, ik zal die hekel aan hem veroorzaken.

Ik zie in hem schandelijke kracht, met een ondoorgrondelijke kwaadwilligheid die het pecht. Dat ondoorgrondelijke ding is vooral wat ik haat; En wees de witte walvisagent, of wees de witte walvishoofd, ik zal die hekel aan hem veroorzaken.


(I see in him outrageous strength, with an inscrutable malice sinewing it. That inscrutable thing is chiefly what I hate; and be the white whale agent, or be the white whale principal, I will wreak that hate upon him.)

(0 Recensies)

In Herman Melville's "Moby-Dick" drukt de verteller een diepgewortelde vijandigheid uit naar Moby Dick, de witte walvis. Hij beschouwt de walvis als het belichamen van een formidabele kracht in combinatie met een ondoorgrondelijke kwaadaardigheid die hij niet volledig kan begrijpen. Deze complexiteit voedt zijn haat, wat suggereert dat zijn gevoelens niet alleen in de richting van de walvis zelf zijn, maar ook naar de raadselachtige aard van zijn bestaan.

De verteller wordt gedreven door een verlangen om deze kwaadaardigheid te confronteren, ter illustratie van een strijd tussen mens en natuur. Of Moby Dick een natuurkracht of een meer persoonlijke tegenstander vertegenwoordigt, de intentie van de verteller om wraak te exact een centraal thema in de roman onderstrepen: het conflict tussen de zoektocht van de mensheid naar begrip en de onkenbare elementen van de wereld.

Page views
888
Update
oktober 24, 2025

Rate the Quote

Commentaar en beoordeling toevoegen

Gebruikersrecensies

Gebaseerd op 0 recensies
5 ster
0
4 ster
0
3 ster
0
2 ster
0
1 ster
0
Commentaar en beoordeling toevoegen
We zullen uw e-mailadres nooit met iemand anders delen.