Ik bena op. Een pastei-jumble van ledematen in latex-strakke Sharkskin-broeken met drie centimeter witte sokken die worden getoond in de enkels boven tweekleurige patentleer, een jas die overeenkomt met de broek die over smalle schouders werd uitgerekt en een geborduurd cowboyhemd met zilveren doppen op de punten van de kraag, een bolo-tie met een kakrot-frozen in Amber Snug rond zijn door zijn speek.
(I size him up. A pasty jumble of limbs in latex-tight sharkskin slacks with three inches of white socks showing at the ankles above two-tone patent leather, a jacket matching the slacks stretched over narrow shoulders and an embroidered cowboy shirt with silver caps on the points of the collar, a bolo tie featuring a cockroach frozen in amber snug around his throat.)
De verteller observeert een persoon gekleed in een opvallende outfit die scherp contrasteert met zijn uiterlijk. De kleding van het individu omvat nauwsluitende sharkskin-broek, onthullende witte sokken en glanzende tweekleurige schoenen. Zijn jas past goed over zijn slanke frame, terwijl een geborduurd cowboyshirt bijdraagt aan de algehele excentrieke look. De bolo -stropdas, met een bevroren kakkerlak in Amber, vestigt de aandacht op zijn ongewone smaak in accessoires.
Deze opvallende beschrijving dient...