.. Ik dacht af en toe aan hem, de dingen die hij me had geleerd over 'mens zijn' en 'met betrekking tot anderen;, maar het was altijd in de verte, alsof van een ander leven ... de mensen die misschien hebben vertelde me dat ik al lang vergeten was, hun telefoonnummers begraven in een verpakte doos op de zolder.
(.. I thought about him now and then, the things he had taught me about 'being human' and 'relating to others;, but it was always in the distance, as if from another life.. .. The people who might have told me were long forgotten, their phone numbers buried in some packed-away box in the attic.)
De verteller reflecteert op de leer van een mentor en benadrukt hoe deze lessen over de mensheid en relaties in zijn geest blijven hangen als verre herinneringen. De invloed van deze mentor, hoewel diepgaand, voelt enigszins verwijderd uit het huidige leven van de verteller, alsof deze helemaal tot een andere tijd behoort.
Hij erkent dat de verbindingen en individuen die aan deze leringen zijn geassocieerd uit zijn leven zijn verdwenen, hun contactgegevens verloren in de chaos van het verleden. Dit benadrukt een gevoel van nostalgie en de voorbijgaande aard van menselijke relaties, waardoor hij herinnert aan het belang van verbonden blijven met degenen die ons leven verrijken.