De verteller vertelt een levendige droomachtige ervaring terwijl hij in een huis naast een machair blijft, gekenmerkt door een weelderig gazon dat leidt naar een rivier. Een intrigerende schuur in de buurt van de rivier trekt de aandacht van de verteller en huisvest een opmerkelijke kunstnouveau -machine. Deze ontdekking wordt echter onderbroken als de verteller zich gedwongen voelt om terug te keren naar het huis en zich bezig te houden met hun gastvrouw, mevrouw MacGregor.
Dit moment weerspiegelt de mix van een serene omgeving en de allure van artistieke machines, wat een diepere verkenning van creativiteit en verbinding betekent. De aanwezigheid van mevrouw MacGregor voegt een tastbaar element toe aan de droom, waardoor de omzwervingen van de verteller worden gebaseerd in een herkenbare realiteit, ondanks de etherische kwaliteit van dromen waar identiteiten vaak kunnen vervagen.