In Philip K. Dick's 'Ubik' ervaart het personage een diepgaand gevoel van ontoereikendheid wanneer het in aanwezigheid van Wendy Wright. Hij beschouwt haar als bijna etherisch en contrasteert scherp met zijn eigen lichamelijkheid, die volgens hem base en mechanisch is. Dit zelfbewustzijn benadrukt zijn perceptie van louter machine, worstelen met de alledaagse beperkingen van het leven. Wendy vertegenwoordigt een ideaal dat voor hem onbereikbaar aanvoelt, waardoor zijn gevoel van minderwaardigheid wordt verhoogd.
Deze grimmige vergelijking brengt hem ertoe na te denken over zijn eigen bestaan. Hij beschouwt zichzelf als een lage, ruwe versie van een mens, terwijl Wendy een geïdealiseerde vorm van schoonheid en gratie belichaamt. De metafoor van interne machines dient om zijn gevoelens van vervreemding en de existentiële angst te benadrukken die gepaard gaat met de realisatie van iemands sterfelijkheid en beperkingen. Uiteindelijk verdiept de ontmoeting zijn interne conflict en duwt hem om zijn eigen tekortkomingen te confronteren.