De auteur onderzoekt de filosofische vraag of muziek inherente morele kwaliteiten bezit of dat de morele implicaties ervan voortkomen uit de context en intentie achter haar uitvoering. Dit nodigt lezers uit om te overwegen hoe muziek functioneert in verschillende instellingen en de motivaties van degenen die ernaar maken of luisteren.
Bijvoorbeeld, een stuk als een triomfmars kan anders worden waargenomen, afhankelijk van de zijkant die het gebruikt. Wanneer het wordt gespeeld door een rechtmatige kracht, resoneert het positief, terwijl dezelfde muziek negatieve emoties kan oproepen als ze worden geassocieerd met een onrechtvaardige oorzaak. Dit benadrukt de complexe relatie tussen muziek, moraliteit en de sociale omstandigheden rond het gebruik ervan.