Het was onattent om geen tuinman te hebben als je, net als Dr. Ranta, in een goed betaalde white-collar baan was. Het was een sociale plicht om binnenlands personeel in dienst te nemen, die direct beschikbaar waren en wanhopig op zoek waren naar werk. De lonen waren laag - onbewust zo, dacht MMA Ramotswe - maar het systeem creëerde tenminste banen. Als iedereen met een baan een dienstmeisje had, dan was dat eten in de mond van de dienstmeisjes en hun kinderen. Als iedereen zijn eigen huishoudelijk werk deed en zijn eigen tuinen verzorgde, wat waren dan de mensen die dienstmeisjes en tuiniers waren om te doen?
(It was inconsiderate not to have a gardener if, like Dr Ranta, you were in a well-paid white-collar job. It was a social duty to employ domestic staff, who were readily available and desperate for work. Wages were low – unconscionably so, thought Mma Ramotswe – but at least the system created jobs. If everybody with a job had a maid, then that was food going into the mouths of the maids and their children. If everybody did their own housework and tended their own gardens, then what were the people who were maids and gardeners to do?)
In "tranen van de giraf", reflecteert het personage MMA Ramotswee op de sociale verantwoordelijkheden van degenen in goedbetaalde posities, zoals Dr. Ranta, om huishoudelijk personeel in te huren. Ze gelooft dat het hebben van een tuinman of meid niet alleen een persoonlijke keuze is, maar ook een sociale verplichting, vooral gezien de wijdverbreide beschikbaarheid van personen die op zoek zijn naar een dergelijke baan. MMA Ramotswe erkent de lage lonen die aan deze werknemers worden aangeboden, maar vindt dat deze praktijk cruciaal is om hen levensonderhoud te bieden en hun families te ondersteunen.
Haar perspectief benadrukt dat het in dienst nemen van binnenlands personeel bijdraagt aan de economie en banen in stand houdt voor personen die anders zonder werk zijn vertrokken. Ze beweert dat als iedereen zijn eigen huishoudelijk werk zou uitvoeren, dit deze rollen zou elimineren, wat leidt tot meer ontberingen voor degenen die afhankelijk zijn van dergelijke posities. Dit commentaar geeft een genuanceerde kijk op sociale ongelijkheid, wat suggereert dat het betrekken van huishoudelijk personeel een middel is om die in meer precaire situaties binnen de gemeenschap te helpen.