John Adams stelde zijn politieke filosofie voor het concept van evenwicht voor. Dit perspectief kwam voort uit de innerlijke conflicten en passies die hij persoonlijk heeft meegemaakt. Adams geloofde dat de regering als een cruciaal mechanisme diende om deze tegengestelde krachten te reguleren en de orde in de samenleving te handhaven.
Terwijl hij de wereld waarnam, herkende hij de potentiële chaos die kon voortkomen uit intens factie en sterke passies. Daarom beschouwde hij de overheid niet alleen als een systeem van autoriteit, maar als een middel om deze concurrerende belangen te bemiddelen en te beheren, te waarborgen van stabiliteit en te voorkomen dat onenigheid escaleert.