Het was de wet van de zee, zeiden ze. De beschaving eindigt bij de waterlijn. Verder komen we allemaal de voedselketen binnen, en niet altijd bovenaan.
(It was the Law of the Sea, they said. Civilization ends at the waterline. Beyond that, we all enter the food chain, and not always right at the top.)
In "Generation of Swine", onderzoekt Hunter S. Thompson het idee dat de beschaving en de constructies ervan beperkt zijn tot de grenzen van de samenleving, metaforisch eindigend op de waterlijn. Hij suggereert dat zodra individuen verder gaan dan deze grens, ze worden blootgesteld aan de primaire realiteit van het leven, waar de sociale structuren die de beschaving definiëren beginnen op te lossen. Het suggereert een harde waarheid over de menselijke conditie: buiten het rijk van de maatschappelijke regels worden we vatbaar voor de ruwe en vaak brute wetten van de natuur.
Het citaat benadrukt de precaireheid van het menselijk bestaan en de kwetsbaarheid ervan in het gezicht van de natuurlijke wereld. Thompson's perspectief op de beschaving onthult een schril contrast tussen de veiligheid van maatschappelijke normen en de onvoorspelbaarheid van het leven daarbuiten. In dit wilde landschap moeten individuen hun kwetsbaarheden confronteren, omdat ze niet langer een plaats aan de top van de voedselketen hebben gegarandeerd. Dit idee dient als een commentaar op de inherente chaos van het leven en de illusie van controle die de beschaving biedt.