Het citaat weerspiegelt een diepgaand perspectief op de relatie tussen gemeenschappen en individuen die zich bezighouden met geweld en criminaliteit, met name in de context van Narco-traffickers. De spreker benadrukt dat deze individuen buitenstaanders zijn geworden voor hun families en gemeenschappen vanwege hun gruwelijke acties, die worden gezien tegen het collectieve goed. Deze scheiding benadrukt het belang van gemeenschapswaarden en de ontkoppeling die zich voelt tegenover degenen die hen verraden door criminele handelingen.
Verder suggereert het citaat een levenscyclus, waarbij de fysieke daad van begrafenis een narco transformeert van een figuur van vernietiging in een van voeding. Door hun lichaam terug te brengen naar de aarde, worden ze opnieuw geïntegreerd in de levenskracht van de gemeenschap, waardoor ze symbolisch opnieuw verbinden met de levenden. Dit gezichtspunt behandelt thema's van verlossing en de intrinsieke banden tussen de dood en het leven, waarbij een hoopvol perspectief op genezing en het potentieel voor gemeenschappelijke regeneratie wordt voorgesteld.