Mijn enige voordeel als verslaggever is dat ik zo fysiek klein ben, zo temperamentvol onopvallend, en zo neurotisch onarticuleer dat mensen de neiging hebben te vergeten dat mijn aanwezigheid in strijd is met hun beste belangen. En dat doet het altijd. Dat is een laatste ding om te onthouden: schrijvers verkopen altijd iemand uit.
(My only advantage as a reporter is that I am so physically small, so temperamentally unobtrusive, and so neurotically inarticulate that people tend to forget that my presence runs counter to their best interests. And it always does. That is one last thing to remember: writers are always selling somebody out.)
In haar essay 'slungelt naar Bethlehem', reflecteert Joan Didion over de aard van de journalistiek en de rol van de verslaggever. Ze erkent dat haar fysieke kleinheid en bescheiden houding haar in staat stelt om in haar omgeving te flenen, waardoor onderwerpen er vaak toe leiden dat ze hun wacht worden gelaten. Dit creëert een dynamiek waarbij de mensen die ze waarneemt, de implicaties van haar aanwezigheid misschien niet volledig begrijpen, omdat ze er is om hun realiteit te documenteren. Didion suggereert dat deze ongenoemde inbraak met ethische complexiteiten komt, wat de spanning in journalistieke relaties benadrukt.
Bovendien benadrukt Didion dat het schrijven van het schrijven inherent een niveau van verraad inhoudt. Ze beweert dat schrijvers, door verhalen en waarheden vast te leggen, onvermijdelijk de individuen uitverkocht wiens leven ze afbeelden. Het citaat omvat de dualiteit van de rol van een verslaggever: hoewel ze proberen authentieke ervaringen over te brengen, benutten ze ook die zeer momenten voor het verhaal. Deze erkenning roept belangrijke vragen op over de verantwoordelijkheden van schrijvers tegenover hun onderwerpen en de morele implicaties van hun verhalen.