De wind symboliseert de levenscyclus en vertegenwoordigt zowel onze geboorte als onze dood. Het wordt beschreven als een eeuwige kracht die ons verbindt met de wereld om ons heen. Het omarmen van de wind betekent het erkennen van de betekenis ervan en het vinden van harmonie ermee gedurende ons leven.
Bovendien benadrukt de passage de waarde van woorden. Spreken is een heilige daad, verwant aan het creëren van levengevend water, en mag niet worden verspild aan zinloos geklets. Echte communicatie zou herinneringen en verbindingen moeten bevorderen die het goddelijke eren, in plaats van de essentie van onze uitdrukking te verdunnen met trivialiteiten.