In de passage benadrukt de auteur de beperkingen van de menselijke communicatie, wat suggereert dat individuen vaak niet hun ware gedachten en gevoelens door verschillende beperkingen verwoorden. Als gevolg hiervan kunnen we ons in een oppervlakkig begrip van elkaar bevinden. Deze onuitgesproken complexiteit laat een gat achter in ons begrip dat boeken uniek geschikt zijn om te vullen.
Boeken worden afgeschilderd als een dieper middel om toegang te krijgen tot de ingewikkelde emoties en ideeën die onder het oppervlak van het dagelijks leven liggen. Ze bieden inzicht en duidelijkheid en fungeren als een venster op de complexiteit van menselijke ervaring die vaak verborgen zijn voor duidelijk zicht. Met lezen kunnen we deze diepten verkennen, net als het verdiepen van de schermen van een film om de onderliggende verhalen van het verhaal te ontdekken.