Mensen van een televisiecultuur hebben "duidelijke taal" zowel auditief als visueel nodig, en zullen zelfs zo ver gaan om dit in sommige omstandigheden door de wet te vereisen. Het Gettysburg -adres zou waarschijnlijk grotendeels onbegrijpelijk zijn geweest voor een publiek uit 1985.
(People of a television culture need "plain language" both aurally and visually, and will even go so far as to require it in some circumstances by law. The Gettysburg Address would probably have been largely incomprehensible to a 1985 audience.)
In het moderne tijdperk dat wordt gedomineerd door televisie, heeft het publiek een voorkeur ontwikkeld voor eenvoudige en duidelijke communicatie, zowel in gesproken taal als visuele representaties. Deze verschuiving heeft geleid tot een maatschappelijke verwachting voor eenvoud en toegankelijkheid in informatie, voor zover voorschriften nodig kunnen zijn om deze duidelijkheid te waarborgen. De complexiteit van de historische taal, zoals die van het Gettysburg -adres, kunnen hedendaagse kijkers in de war brengen en losgekoppeld, wat de evolutie van het publieke discours benadrukt dat door media wordt beïnvloed.
Neil Postman's "Amusing onszelf tot de dood" onderzoekt hoe de entertainmentgestuurde aard van televisie ons begrip en verwerking van openbare communicatie vormt. Als gevolg hiervan kunnen de rijkdom en nuance van traditionele retoriek verloren raken in de vertaling, waardoor het een uitdaging is voor het moderne publiek om diepere betekenissen te begrijpen in meer geavanceerde of historische teksten. Het boek bekritiseert deze afname van de complexiteit en dringt aan op een heroverweging van hoe we met woorden en ideeën omgaan in een tijdperk die een voorstander is van amusement boven inhoud.