Shirley, de kleine bruine jongen, zoals hij bekend stond in de familie Who's Who, lag te slapen in Susans armen. Hij had bruin haar, bruine ogen en een bruine huid, met zeer roze wangen, en hij was Susans bijzondere liefde. Na zijn geboorte was Anne lange tijd erg ziek geweest, en Susan bemoederde de baby met een hartstochtelijke tederheid die geen van de andere kinderen, hoe dierbaar ze ook voor haar waren, ooit had geroepen. Dr. Blythe had dat gezegd, maar zonder haar zou hij nooit hebben geleefd. I
(Shirley, the little brown boy, as he was known in the family Who's Who, was asleep in Susan's arms. He was brown-haired, brown-eyed and brown-skinned, with very rosy cheeks, and he was Susan's especial love. After his birth Anne had been very ill for a long time, and Susan mothered the baby with a passionate tenderness which none of the other children, dear as they were to her, had ever called out. Dr. Blythe had said that but for her he would never have lived. I)
In "Rainbow Valley" van L.M. Montgomery wordt Shirley, liefkozend de kleine bruine jongen genoemd, gekoesterd door zijn moeder, Susan. Hij wordt gekenmerkt door zijn bruine haar, ogen en huid, naast roze wangen die zijn vertederende karakter versterken. Na de moeilijke zwangerschap en de daaropvolgende ziekte van Anne wijdde Susan zich aan het verzorgen van Shirley met ongeëvenaarde liefde en zorg, in tegenstelling tot haar gevoelens voor haar andere kinderen.
De band tussen Susan en Shirley is diepgaand, aangezien Dr. Blythe opmerkte dat Shirley's overleving grotendeels te danken was aan Susans toegewijde moederschap. Deze verbinding illustreert de diepte van moederliefde en de cruciale rol ervan in het leven van een kind, vooral als het met uitdagingen wordt geconfronteerd. Shirley heeft een speciaal plekje in Susans hart en symboliseert hoop en het belang van koestering in de dynamiek van een gezin.