Welnu, Jem zou soldaat worden en een grotere strijd meemaken dan ooit in de wereld was gestreden; maar dat lag nog ver in de toekomst; en de moeder, wier eerstgeboren zoon hij was, was gewoon naar haar jongens te kijken en God te danken dat de dappere dagen van weleer, waar Jem naar verlangde, voor altijd voorbij waren, en dat het nooit nodig zou zijn dat de zonen van Canada zouden uitrijden om te strijden om de as van hun vaders en de tempels van hun goden.
(Well, Jem was to be a soldier and see a greater battle than had ever been fought in the world; but that was as yet far in the future; and the mother, whose first-born son he was, was wont to look on her boys and thank God that the brave days of old, which Jem longed for, were gone for ever, and that never would it be necessary for the sons of Canada to ride forth to battle for the ashes of their fathers and the temples of their gods.)
In 'Rainbow Valley' reflecteert het verhaal op de ambities van de jonge Jem om soldaat te worden en mee te vechten in belangrijke veldslagen. Deze ambitie lijkt echter ver weg, aangezien zijn moeder, trots op haar eerstgeborene, een contrasterend perspectief heeft. Ze haalt herinneringen op aan het verleden, maar is dankbaar dat zulke hevige en meedogenloze tijden van conflicten voorbij zijn, waardoor haar zoons in vrede kunnen opgroeien.
De moeder vindt troost in het idee dat Jem en zijn broers en zussen geen oorlog hoeven te voeren om historische of voorouderlijke oorzaken. Dit sentiment benadrukt het verlangen naar een vreedzame wereld, waar de jeugd hun dromen kan nastreven zonder de schaduw van de strijd, en benadrukt zowel de hoop als het verlangen naar een toekomst zonder geweld.
