In "The Bone Clocks" van David Mitchell wordt het cyclische karakter van de seizoenen afgebeeld als metafoor voor de verschillende levensfasen. De lente symboliseert vernieuwing en groei en brengt nieuwe kansen en een nieuw begin. De zomer vertegenwoordigt het hoogtepunt van het leven, waar ervaringen en prestaties zich vermenigvuldigen en de volheid van het bestaan vertegenwoordigen.
Als de herfst aanbreekt, betekent dit een tijd van reflectie en overgang, waarin de overvloed van de zomer begint af te nemen en dingen worden weggegooid of weggenomen. Ten slotte introduceert de winter een gevoel van verdeeldheid en stilte, wat het einde van cycli markeert en de contemplatie van wat voorbij is. Samen weerspiegelen deze seizoensveranderingen de complexiteit en het ritme van de menselijke ervaring gedurende het hele leven.