De tuin sliep nog. Ik ving het onverwachts. Een tuin die nog niet aan mensen is gaan denken. Mooi.
(The garden was still asleep. I caught it unawares. A garden that hasn't yet begun to think about people. Beautiful.)
Het citaat weerspiegelt een rustig moment in een tuin die onaangeroerd is door menselijke aanwezigheid. Het toont de tuin als een serene ruimte, wat suggereert dat het bestaat in een staat van onschuld en kalmte, vrij van de invloed van mensen. Deze stilte verbetert zijn schoonheid en presenteert de natuur in zijn puurste vorm.
De observatie dat de tuin "nog niet aan mensen is begonnen" impliceert een gevoel van tijdloosheid en een wereld die onafhankelijk van menselijke zorgen werkt. De auteur, Jean Anouilh, legt de essentie van de schoonheid van de natuur vast in een moment van stilte en biedt een contrast tussen de natuurlijke wereld en de complexiteiten geïntroduceerd door menselijke interactie.