De primaire strategie die wordt besproken in het boek van Michael Lewis, "The New New Thing", omvat het richten van rijke technologieliefhebbers als de eerste klanten voor hun software. Deze aanpak is bedoeld om een sterke aanwezigheid op de markt te vestigen bij degenen die het zich kunnen veroorloven en willen graag nieuwe technologie aannemen. Door zich te concentreren op deze welvarende demografie, willen de makers geloofwaardigheid opbouwen en hun product verfijnen in een omgeving die bevorderlijk is voor innovatie en enthousiasme.
Zodra de software zijn voet heeft gevonden met de rijke technofielen, is het plan om geleidelijk een breder publiek te bereiken, met name de middenklasse huiseigenaren in voorsteden. Deze tweefasenbenadering is ontworpen om een grotere marktacceptatie te creëren en de weg vrij te maken voor de wijdverbreide acceptatie van hun technologie bij dagelijkse consumenten. Uiteindelijk is de visie om geavanceerde software toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor een breder segment van de bevolking.