De hoofdrolspeler overweegt een post-army carrière bij een vakbond, die hij beschouwt als een middel om economische billijkheid te bereiken. Zijn oom, Alex, heeft een pessimistische kijk op de kwestie en reflecteert op de uitdagingen van vechten tegen onwetendheid. De reactie van oom Alex suggereert een mix van bezorgdheid en ontslag in de richting van het idee, wat aangeeft dat zelfs intelligente discussies de naïviteit van dergelijke aspiraties mogelijk niet veranderen.
Het citaat benadrukt een filosofisch perspectief op de nutteloosheid van het bestrijden van menselijke tekortkomingen, met verwijzingen naar Schiller en Nietzsche onderstrepen het idee dat zelfs goddelijke krachten worstelen tegen de gebreken van de mensheid. Het gesprek met Hapgood lijkt een sprankje hoop te bieden voor intellectuele betrokkenheid te midden van de absurditeit van de ambities van de hoofdrolspeler.