Het schilderij toonde een haarloos, onderdrukt wezen met een hoofd als een omgekeerde peer, zijn handen klappen in afgrijzen in zijn oren, zijn mond open in een enorme, geluidloze schreeuw. Gedraaide rimpelingen van de kwelling van het wezen, echo's van zijn kreet, stroomden de lucht in; De man of vrouw, wat het ook was, was opgenomen door zijn eigen gehuil. Het had zijn oren bedekt tegen zijn eigen geluid. Het wezen stond op een brug en niemand anders was aanwezig; Het wezen schreeuwde afzonderlijk. Afgesneden door - of ondanks - zijn protest.
(The painting showed a hairless, oppressed creature with a head like an inverted pear, its hands clapped in horror to its ears, its mouth open in a vast, soundless scream. Twisted ripples of the creature's torment, echoes of its cry, flooded out into the air surrounding it; the man or woman, whichever it was, had become contained by its own howl. It had covered its ears against its own sound. The creature stood on a bridge and no one else was present; the creature screamed in isolation. Cut off by - or despite - its outcry.)
Het schilderij toont een haarloze, gekwelde figuur die lijkt op een omgekeerde peer, die overweldigd is van horror terwijl het zijn oren vasthoudt. De mond van het wezen is open in een stille schreeuw en symboliseert diepe angst. Omringen van de figuur, rimpelingen van zijn interne lijden manifesteren zich als echo's, wat suggereert dat het gevangen zit in zijn eigen wanhoop, niet in staat om te ontsnappen aan het geluid dat het produceert.
Alleen op een brug staan, is de isolatie van het wezen voelbaar; Ondanks zijn wanhopige kreten, wordt het afgesneden van de buitenwereld. Dit beeld weerspiegelt de diepgaande eenzaamheid en existentiële angst, die een strijd benadrukt tegen de essentie van zijn eigen wezen, waardoor een krachtige verklaring wordt gecreëerd over de aard van lijden en isolatie.