De echte macht in Amerika wordt gehouden door een snel opkomende nieuwe oligarchie van pooiers en predikers die geen behoefte zien aan democratie of billijkheid of zelfs bomen, behalve misschien die op hun eigen tuin, en ze vinden het niet erg om het toe te geven. Ze aanbidden geld en macht en dood. Hun ideale oplossing voor alle problemen van het land zou nog eens 100 jaar oorlog zijn.
(The real power in America is held by a fast-emerging new Oligarchy of pimps and preachers who see no need for Democracy or fairness or even trees, except maybe the ones in their own yards, and they don't mind admitting it. They worship money and power and death. Their ideal solution to all the nation's problems would be another 100 Year War.)
In "Kingdom of Fear" presenteert Hunter S. Thompson een kritische kijk op de heersende machtsdynamiek in Amerika. Hij beweert dat er een nieuwe oligarchie is ontstaan, bestaande uit personen die prioriteit geven aan hun rijkdom en invloed op democratische waarden en billijkheid. Deze elitegroep, waarnaar hij metaforisch 'pooiers en predikers' noemt, lijkt los van maatschappelijke zorgen, wat onverschilligheid toont voor milieukwesties en gemeenschappelijk welzijn, en richt zich uitsluitend op persoonlijk gewin.
Thompson gaat verder door de nadruk te leggen op de verontrustende mindset van deze oligarchie, wat suggereert dat ze meer geneigd zijn om conflicten na te streven dan om oplossingen te zoeken voor de problemen van de natie. Hij suggereert dat hun visie op Amerika neigt naar eeuwige oorlogvoering als een middel om macht en controle te behouden. Dit sombere perspectief benadrukt een diep cynisme over politiek leiderschap en de toekomst van democratie in het land, wat de desillusie van de auteur weerspiegelt met het traject van de Amerikaanse samenleving.