De rots van zijn kant is zich niet eens bewust van ons bestaan omdat we slechts een kort moment van zijn levensduur leven. Daarvoor zijn we als flitsen in het donker.
(The rock, for its part, is not even aware of our existence because we are alive for only a brief instant of its lifespan. To it, we are like flashes in the dark.)
Het citaat reflecteert op de onbeduidendheid van het menselijk leven in vergelijking met de uitgestrekte tijd die wordt weergegeven door een rots. Het suggereert dat, hoewel mensen een beperkt bestaan hebben, de rots veel langer aanhoudt en onverschillig blijft voor onze aanwezigheid. Dit benadrukt de voorbijgaande aard van het menselijk leven en het grotere continuüm van het universum.
Bovendien benadrukt het hoe onze levenservaringen vluchtig zijn, verwant aan korte verlichtingen in een anders donkere tijdspanne. In dit perspectief is ons bestaan gewoon een tijdelijke gebeurtenis in het licht van de geologische tijd, ter illustratie van het thema van onbeduidendheid in de grotere reikwijdte van de natuur.