De kamer was erg stil. Ik liep naar de tv-set en zette het aan op een dood kanaalwitgeluid bij maximale decibel, een goed geluid om te slapen, een krachtig continu gesis om alles wat vreemd te overstemmen te overstemmen.
(The room was very quiet. I walked over to the TV set and turned it on to a dead channel-white noise at maximum decibels, a fine sound for sleeping, a powerful continuous hiss to drown out everything strange.)
De sfeer in de kamer was gevuld met stilte, waardoor een gevoel van stilte ontstond. Om dit stil te verstoren en eventuele verontrustende gedachten te maskeren, benaderde ik de televisie en schakelde het op naar een inactief kanaal, waardoor een luid wit ruis werd geproduceerd. Dit constante geluid was niet alleen nuttig voor het blokkeren van afleidingen, maar ook als een geluiddeken die de slaap kon vergemakkelijken.
In "Fear and Loathing in Las Vegas," vangt Hunter S. Thompson de essentie van het gebruik van lawaai als toevluchtsoord van de realiteit. Het witte geluid dient als een middel om zich te beschermen tegen de vreemde gebeurtenissen en chaotische gedachten die zich kunnen voordoen tijdens een turbulente reis, waardoor het verlangen naar vrede te midden van de omringende waanzin wordt versterkt.