De zon ging en het was donker. Hij zat naast haar in de comfortabele duisternis en ze luisterden tevreden naar de geluiden van Afrika die zich voor de nacht vestigden. Een hond blafte ergens; Een automotor racete en stierf vervolgens weg; Er was een vleugje wind, warme stoffige wind, redsolent van doornbomen.
(The sun went, and it was dark. He sat beside her in the comfortable darkness and they listened, contentedly, to the sounds of Africa settling down for the night. A dog barked somewhere; a car engine raced and then died away; there was a touch of wind, warm dusty wind, redolent of thorn trees.)
Terwijl Twilight het landschap wikkelde, omhulde een sfeer van vrede twee personages die troost vonden in de stilte van de nacht. Ze zaten samen, genieten van de comfortabele duisternis, waardoor de geluiden van de Afrikaanse avond eroverheen konden overspoelen, waardoor een band tussen hen en de natuurlijke wereld werd gecreëerd. De nacht was gevuld met bekende geluiden, waaronder de schors van een hond en het vervagende gebrul van een autorotom, die bijdroeg aan een gevoel van rust.
De warme wind droeg de aardse geur van doornbomen, waardoor hun ervaring van het moment werd verbeterd. Deze serene setting benadrukte hun tevredenheid, terwijl ze de eenvoud en schoonheid van de nacht omarmden. De beelden roept een sterk gevoel van plaats op, wat zowel de fysieke omgeving als de emotionele verbinding tussen de personages weerspiegelt en lezers naar hun wereld trekt.