In het begin van de jaren tachtig begonnen honkbalmanagers zich bezig te houden met technologie door personen in te huren die vaardig waren in operationele computers. Deze benadering werd vaak gemotiveerd niet door oprechte interesse in technologie of analyses, maar eerder als een coping -mechanisme voor de overweldigende instroom van meningen en verzoeken van anderen in de organisatie. Het was verwant aan een reiziger in Marokko die ervoor kiest om een gids in te huren, alleen om te voorkomen dat de chaos van ongevraagde aanbiedingen en afleidingen van anderen omgaan.
Deze strategie van het inhuren van een computer-savvy persoon werd meer over het beheren van externe druk dan het bevorderen van een cultuur van nieuwsgierigheid en innovatie. De beslissing over wie ze moesten inhuren was vaak willekeurig, omdat het primaire doel was om de talloze stemmen het zwijgen op te leggen om aandacht en ideeën te schreeuwen. Aldus werden technologie- en gegevensanalyse geïntegreerd in honkbal, niet als een strategische evolutie, maar eerder als een tijdelijke oplossing om de complexiteit van de omgeving te beheren.