In Philip K. Dick's 'The Skull' worstelt de hoofdrolspeler met de existentiële implicaties van het zien van zijn eigen schedel, verouderd en vervallen na twee eeuwen. Deze gedachte veroorzaakt diepe introspectie over de betekenis van zijn leven en de aard van zijn bestaan. Geconfronteerd met de grimmige realiteit van zijn sterfelijkheid, vraagt hij de waarde van zijn woorden en acties. Zou het kennen van zijn lot communicatie zinloos maken?
...