Als je vertrouwen hebt in iets waar veel andere mensen in geloven, dan ben je een lid van de kerk", zei Ceas, "Als je geloof hebt in iets waar niemand in gelooft, dan ben je een complete gek.
(When you have faith in something a lot of other people believe then you a member of the church" said Ceas, "When you have faith in something nobody believes, then you a complete wacko)
Ceas benadrukt de dunne grens tussen deel uitmaken van een gemeenschap en gezien worden als een buitenstaander op basis van geloofssystemen. Wanneer het geloof van een individu zich aansluit bij de meerderheid, wordt hij omarmd als lid van de groep, vergelijkbaar met het behoren tot een kerk. Deze acceptatie bevordert een gevoel van verbondenheid en validatie onder gelovigen.
Omgekeerd, wanneer iemands overtuigingen afwijken van wat algemeen wordt begrepen, kan die persoon als excentriek of irrationeel worden ervaren. Dit schril contrast onderstreept de maatschappelijke neiging om zich achter populaire ideeën te scharen en tegelijkertijd degenen die voor unieke of onconventionele perspectieven pleiten, van zich te vervreemden, wat illustreert hoe geloof identiteit en sociale acceptatie vormgeeft.
