Het citaat weerspiegelt een aangrijpende observatie tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarbij de auteur een verband trekt tussen het trauma dat soldaten ervaren en het concept van een verloren ziel. Het suggereert dat God in de angst van oorlog het lijden heeft gezien en de essentie van een persoon heeft verwijderd, waardoor ze slechts een holle figuur hebben achtergelaten. Dit inzicht illustreert de diepgaande impact van oorlog op de geestelijke gezondheid, met name in relatie tot PTSS en neurosen waarmee soldaten geconfronteerd werden bij terugkeer naar huis.
De auteur, die een psychiater werd, drukt de wens uit om heelheid te herstellen aan degenen die door de oorlog zijn getroffen. Door een omgeving te creëren die bevorderlijk is voor genezing, was het doel om de ontwrichte ziel te herenigen met het fysieke lichaam, waardoor individuen hun identiteit en zelfgevoel terug kunnen winnen. Dit benadrukt het belang van het begrijpen van geestelijke gezondheidsproblemen en de noodzaak van medelevende ondersteuning voor degenen die worstelen met de Litts of War.