Barn -uilen bezitten opmerkelijke gehoorvaardigheden die hen uitzonderlijke jagers maken. Hun gezichtsschijven, die uniek zijn voor deze uilen, kunnen zich aanpassen door de spieren op te lopen en uit te breiden, waardoor ze geluiden uit hun omgeving beter kunnen vangen. Deze aanpassing stelt hen in staat om prooi te identificeren en te vinden, zelfs in volledige duisternis.
De plaatsing van hun oren is opzettelijk ongelijk, waardoor hun auditieve gevoeligheid verder wordt verbeterd. Dit anatomische kenmerk helpt schuuruils de richting te onderscheiden waaruit geluiden ontstaan, waardoor ze zeer efficiënte nachtelijke roofdieren zijn, vooral in lage zichtbaarheidsomstandigheden.